80 jaar vrijheid wordt mede mogelijk gemaakt door Layla
Layla Alizadah (1993) was vier jaar oud toen ze samen met haar tante Afghanistan ontvluchtte en naar Nederland kwam. Met haar podcast Nedercast hoopt ze te laten zien hoe goed we het in Nederland hebben en dat vrijheid niet vanzelfsprekend is.
“Vrijheid zit voor mij in kleine dingen, zoals naar het strand gaan. De wind door mijn haren voelen, de zon op mijn gezicht, zonder dat ik een hoofddoek of burka hoef te dragen. En de ultieme vrijheid is voor mij mijn podcast maken waarin ik iedereen mag interviewen, ongeacht hun titel, status of geslacht, zonder angst voor censuur. Dit draagt bij aan een open en transparante samenleving, waarin machtsstructuren worden uitgedaagd. Hier in Nederland is het vanzelfsprekend om je stem te laten horen, vrijheid van meningsuiting is een recht waar we allemaal van profiteren. De stem van een Afghaanse vrouw is daar niet eens haar eigen bezit. Voor veel mensen lijkt dat misschien een ver-van-mijn-bedshow, maar ik voel hierdoor juist een verantwoordelijkheid om mijn stem te laten horen. Mijn doel is om polarisatie te verkleinen. Daar steek ik al mijn tijd en energie in, naast het runnen van mijn eigen bedrijf. In mijn podcast focus ik op langetermijntrends, en daarin zie ik dat het in Nederland eigenlijk heel goed gaat. Er is geen reden tot paniek, dat wil ik benadrukken.
Laten we kijken hoe we de stabiliteit in ons land kunnen behouden, hoe we kunnen ontdekken wat wij én de ander nodig hebben, en hoe dat samen kan gaan. De eerste stap is beseffen dat we in vrijheid leven. Als je zelf van vrijheid geniet, heb je de verantwoordelijkheid om die te koesteren en te beschermen. Dat begint al met het laten horen van je stem en het kiezen hoe je in het leven wilt staan. Als ik het moeilijk heb of overweldigd raak, denk ik aan alle vrouwen en meisjes die alles zouden geven voor het leven dat ik hier leid. Dat geeft me mijn drive. Ook mijn verleden, hoe zwaar ook, heeft me gevormd. In Nederland heb ik de juiste hulp gekregen en zoveel kansen. Die wil ik benutten.”