80 jaar vrijheid wordt mede mogelijk gemaakt door Lalla
Als klein meisje beloofde Lalla Weiss (1961) haar vader dat ze de wereld zou vertellen wat er in de oorlog met hun mensen gebeurd is. Ze werd activist en woordvoerder en zet zich nog dagelijks in om de verhalen van de Roma- en Sintigemeenschap te delen.
“Op het Nationaal Holocaust Namenmonument staan 22 namen van mijn vaders familie en 24 van mijn moeders kant. Toch is dat niet vanzelfsprekend. Het heeft lang geduurd voor de Roma en Sinti als oorlogsslachtoffers werden erkend. Officieel zijn er een half miljoen van onze mensen vermoord, maar lang niet iedereen was gedocumenteerd. Onofficieel gaan de schattingen richting een miljoen. Ik zie het als mijn levenswerk om te vertellen over onze mensen, onze geschiedenis en cultuur.
Veel mensen hebben geen idee dat er razzia’s waren op Roma en Sinti. Er is een iconische foto van een meisje met een hoofddoek, dat is vastgelegd toen ze vanuit de trein naar Auschwitz naar buiten keek. Lange tijd werd gedacht dat ze Joods was, maar het blijkt een Sinti-meisje te zijn, zij was tijdens de razzia in Eindhoven opgepakt. Daarmee kregen we voor het eerst een gezicht.
Mijn vader is getraumatiseerd uit de oorlog gekomen en dat trauma heeft hij overgedragen op al zijn kinderen. Toen ik halverwege de veertig was, heeft dat me ingehaald. Ik stortte in. In die tijd heb ik veel gepraat met mijn vriendin, actrice Carla Hardy. Op basis van onze gesprekken en mijn dagboeken hebben we samen een theatervoorstelling gemaakt: Een rugzak vol wantrouwen. Daarmee bereiken we een heel divers publiek en dat helpt om kennis te delen en onderling begrip te kweken.
Erover praten heeft me van die last bevrijd. We zouden allemaal meer met elkaar moeten praten. Dat helpt om vooroordelen te herkennen en de wereld uit te helpen.
Jacques Grishaver, een van de drijvende krachten achter dit Namenmonument is daarin voor mij een schitterend voorbeeld. Tijdens een emotionele reis naar Auschwitz pakte hij me bij de arm en liepen we samen onder die beruchte poort door. ‘Kijk, Lalla’, zei hij, ‘het is ze niet gelukt. Wij zijn er nog. En we lopen ook samen weer naar buiten.’ Dat wederzijdse begrip en die saamhorigheid, daar gaat het om.”